Home What do we offer ? Contact Video

TRAININGS

2/04/2017 - De Huisapotheker

Een mijlpaal en tevens een hoeksteen van het Meerjarenkader van de Apothekers, dat is het concept van de ‘huisapotheker’. Er rijzen bij buitenstaanders zowel als bij apothekers op het terrein nog veel vragen: Wat doet een ‘huisapotheker’ anders dan een gewone apotheker ? Hoe zullen patiënten hun huisapotheker kiezen en hoe vermijden we – omgekeerd – een ‘jacht op de patiënt’ wanneer die taak gehonoreerd zal worden ? En nog meer.

Laten we eens enkele mogelijke antwoorden ‘beproeven’...

We zijn al bezig
Op basis van de taakomchrijving in het Meerjarenkader (zie kader achteraan) maakten we in onze apotheek al eens een voorlopig lijstje: we zouden vandaag de facto huisapotheker kunnen zijn van (naar schatting) 60 patiënten. Precies weten we het niet, want voorlopig hebben we geen informatie (via MyCareNet) over hun statuut ‘chronische patiënt’, maar elk van die patiënten behoort tot de beoogde leeftijdscategorie en gebruikt geneesmiddelen uit meer dan 5 ATC-medicatiegroepen.

Meteen een bedenking: een aantal patiënten zijn de 74 ruim (!) voorbij, maar verkiezen thuis te blijven. Die leeftijdsgrens is een beetje onbegrijpelijk in het akkoord en we gaan het daar moeilijk mee hebben. Ik voorzie alvast een beetje burgerlijke ongehoorzaamheid (als het ziekenfonds mee wil?), want we laten onze oudste patiënten niet aan hun lot over, zeker wanneer we – meer dan je zou denken – moeten overschakelen in ‘palliatieve modus’. We zijn altijd triest, maar ook een beetje fier wanneer we er, samen met het zorgteam, in slagen om hen rustig en zo comfortabel mogelijk thuis te laten sterven.

Hoewel we er nog niet voor gehonoreerd worden, houden we voor vele tientallen patiënten dus al geruime tijd een medicatieschema bij. We voeden al meerdere jaren het GFD (elk op naam afgeleverd geneesmiddel wordt in het gedeeld farmaceutisch dossier digitaal opgeslagen) en raadplegen het ook stelselmatig om te zorgen dat de patiënt steeds en regelmatig dezelfde vertrouwde verpakkingen van zijn medicatie krijgt (continuïteit van de zorg en indicator voor therapietrouw).

Het verschil
Vergeleken met andere patiënten, spenderen we extra tijd aan ‘polymedicatie patiënten’. Het regelmatig aanpassen van hun medicatieschema gebeurt in overleg. Dat is ook een mooi moment om over regelmatig gebruik en mogelijke nevenwerkingen te praten. Vaak leidt dat tot telefoontjes met de arts, thuisverpleging of mantelzorgers. Soms vormen we zo de overstap van een zelfredzame patiënt naar een eerste vorm van zorgcoördinatie: we wijzen de weg naar wat er op vlak van extra zorg mogelijk is, op basis van onze kennis van het lokale aanbod.

Die extra tijd en aandacht is precies het essentiële verschil met wat we als apotheker doen voor de ‘gewone’ patiënten: daar beperkt het contact zich tot wat je als patiënt normaal ervaart in de apotheek, namelijk het hele afleverproces van de medicatie, inclusief uitleg, aanbrengen van posologie-etiketten, wat extra tips voor juist gebruik en – zeker bij opstart van nieuwe behandelingen – een uitgebreider en gestructureerd gesprek dat als twee druppels water lijkt op die andere innovatie, het gesprek Goed Geneesmiddelen Gebruik (GGG).

Vrije keuze
We zien in het GFD overigens dat sommige van onze ‘huisapotheker-patiënten’ occasioneel ook elders medicatie gaan halen. Dat is prima. Het maakt niet uit of het tijdens de wachtdienst, ergens anders op weekend of gewoon ‘omdat het even makkelijker was om in een andere apotheek bediend te worden’. Wij blijven gewoon de coördinatie op medicatievlak ondersteunen voor hen. En die vrijheid van ‘gaan waar men wil’ is een essentiëel onderdeel van de volledige vrijheid en het gebruiksgemak waarop onze patiënten recht hebben.

Net als voor de GMD-houdende huisarts, zal de patiënt zelf vrij kunnen kiezen wie hij/zij als huisapotheker wil. Dat veronderstelt wel dat we dringend werk moeten maken om het concept kenbaar te maken bij de beoogde doelgroep van patiënten, nog lang voor men het daardwerkelijk invoert. Nabijheid, beschikbaarheid, ‘weten op welke ondersteuning men recht heeft’ en persoonlijk vertrouwen zullen immers de basis moeten vormen bij het kiezen.

Weten waarvoor je kiest
Patiënten zullen dus ook eerst goed moeten begrijpen wat een medicatieschema is en welke toegevoegde waarde het voor hen heeft. Het schema en het Gedeeld Farmaceutisch Dossier zichtbaar en tastbaar maken voor patiënten is noodzakelijk vooraleer het ook ‘terugbetaalbaar’ te maken. Alleen op die manier zullen patiënten objectief kunnen kiezen voor de beste dienstverlening en zullen ze er ook mee voor kunnen zorgen dat ze ‘waar voor het geïnvesteerde geld’ krijgen. (Ze zullen de capitatie vergoeding niet zelf betalen; dat doet de ziekteverzekering).

Om de ‘jacht op de patiënt’ te voorkomen zal het keuzeproces zo transparant mogelijk gemaakt moeten worden. Binnen de beroepsgroep zullen we allicht op een ordentelijke manier ‘in elkaars kaarten’ moeten kunnen kijken, om ons ervan te vergewissen dat opportunisme en puur geldgewin tijdig blootgelegd en ingeperkt kan worden. Tariferings- en RIZIV-controlediensten kunnen daarbij andermaal een ‘trusted third party’ rol spelen.

KLIK HIER voor de volledige tekst van het Meerjarenkader

De ‘huisapotheker’ in het Meerjarenkader

De huisapotheker kan een meerwaarde betekenen door in te staan voor proactieve farmaceutische zorg, oriëntatie, preventie en interdisciplinaire samenwerking met het zorgteam van zijn of haar chronische patiënten.
Het concept van huisapotheker is enkel bedoeld voor ambulante patiënten aangezien patiënten in zorginstellingen een ander zorgmodel genieten. 

De huisapotheker is de officina-apotheker die chronische patiënten kiezen voor de begeleiding bij en de opvolging van hun geneesmiddelengebruik. De patiënt kan vrij een huisapotheker kiezen en kan ook steeds van huisapotheker veranderen; verder kan hij of zij zijn of haar geneesmiddelen betrekken in verschillende apotheken  indien gewenst. De huisapotheker werkt mee aan het uitvoeren van het zorgplan dat een arts, in samenspraak met de patiënt en de betrokken zorgverstrekkers, opstelt. De huisapotheker engageert zich tegenover de patiënt en diens zorgteam om de therapeutische intentie van de arts te realiseren wat betreft de medicamenteuze therapie in de ambulante zorg. Hij of zij zorgt er ook voor dat patiënten en hun zorgteam kunnen beschikken over de relevante informatie met betrekking tot de actieve medicatie in de vorm van een overzichtelijk, volledig en geactualiseerd medicatieschema en dat collega-apothekers toegang kunnen hebben tot de historiek van de afgeleverde geneesmiddelen via het Gedeeld Farmaceutisch Dossier (GFD), zoals het beschreven staat in actiepunt 3 van het Actieplan e-Gezondheid. Uiteraard kan die gegevensdeling alleen met de geïnformeerde toestemming van de patiënt en langs de meest beveiligde kanalen gebeuren. 

De toegevoegde waarde als huisapotheker voor chronische patiënten bestaat in de geïndividualiseerde begeleiding van die patiënten en in het (pro)actief analyseren en ter beschikking stellen van een geactualiseerd medicatieschema aan de patiënten en het zorgteam waarmee ze een therapeutische relatie hebben. De huisapotheker kan bovendien een medicatienazicht realiseren en de patiënt hulpmiddelen aanreiken om de therapietrouw te verbeteren. De huisapotheker kan naargelang het geval een begeleidingsgesprek voorstellen voor het correct gebruik van medicatie, ter bevordering van de therapietrouw of betreffende een specifieke pathologie. 

 (...)

Met het oog op een homogeen beleid inzake patiënten met het statuut van chronische zieken zal, naar analogie met de vergoeding voor de huisarts die het globaal medisch dossier beheert voor chronische patiënten, de huisapotheker een capitatie-vergoeding krijgen. Concreet gaat het over patiënten in de leeftijdscategorie van 45 jaar tot en met 74 jaar die het statuut van chronisch zieke genieten en een GMD hebben bij een huisarts. Deze maatregel begunstigt de ontwikkeling van het GMD en het GFD, in eerste instantie bij de patiënten die er het meest behoefte aan hebben en waar de samenwerking en communicatie tussen zorgverstrekkers in het kader van de geïntegreerde zorg belangrijk is. Het statuut ‘chronisch zieke’ en het hebben van een GMD zal in 2017 door de verzekeringsinstellingen aan de apothekers digitaal worden gecommuniceerd via MyCareNet.

Dirk BROECKX – 2 april 2017

REAGEER

 

 

 

 


‹‹Back






Copyright © 2024 Dirk Broeckx – All rights reserved.
Privacy beleid | Sitemap
Webontwikkeling Siteffect